Perscommuniqué - Is de zwakke productiviteitsgroei een fataliteit?

Sinds de wereldwijde economische en financiële crisis van 2008-2009 is de economische groei in de geavanceerde economieën relatief zwak gebleven. De groei bleef zowel laag ten opzichte van die in de jaren vóór de crisis als in vergelijking met de groeicijfers na de vorige crisissen. Die onverwachte lusteloosheid vloeit deels voort uit een daling van de groei van de arbeidsproductiviteit, die vandaag nog steeds traag is. Aangezien de productiviteitswinsten een belangrijke determinant zijn van de materiële levensomstandigheden op lange termijn, is die situatie uiteraard reden tot ongerustheid.

Diverse factoren zijn naar voren geschoven om de stand van zaken te verklaren. Tot de structurele krachten behoren de minder revolutionaire aard van de recente innovaties, een breuk in de verspreiding van de technologieën, een verzwakking van de economische dynamiek, de vergrijzing van de arbeidskrachten, de vertraging van de wereldhandel, de toename van de ongelijkheden, en de vertraging in de groei van het menselijk kapitaal. Tot de conjuncturele krachten, die nauw verband houden met de grote recessie van 2008-2009, behoren de kredietverkrapping uit het verleden, de forse daling van de investeringen, een uitputting van het menselijk kapitaal en een verslechterde middelenallocatie binnen de economie.

De vraag waar menig economist mee worstelt, is of het hier om een blijvend of tijdelijk fenomeen gaat. Wie kan vandaag voorspellen hoe de productiviteitswinsten in de toekomst zullen evolueren? Die winsten zullen afhankelijk zijn van de economische baten van de huidige en toekomstige technologische vooruitgang. Ze zullen ook beïnvloed worden door bepaalde structurele ontwikkelingen, zoals de demografie. Tot slot zullen ze een weerspiegeling zijn van de beleidsmaatregelen die worden genomen om de investeringen, de oprichting van ondernemingen en de concurrentie te bevorderen; om de ongelijkheden te verkleinen; om de toegang tot onderwijs en opleiding te verbeteren; of nog, om het proces van creatieve destructie vlotter te laten verlopen.  

De haast continue vertraging van de productiviteitsgroei tijdens de afgelopen decennia lijkt er in zekere mate op te wijzen dat de vruchten van de laagste takken van de economische ontwikkeling reeds zijn geplukt. De toenemende aandacht voor het milieu en voor de bestrijding van de klimaatopwarming zou de toekomstige productiviteitswinsten overigens kunnen drukken, ten voordele van een groei die kwaliteitsvoller, duurzamer en rechtvaardiger is. In die context lijkt het riskant om te rekenen op een terugkeer naar de groeipercentages van weleer. Op het niveau van elk land afzonderlijk zou het vermogen om visionaire structurele hervormingen door te voeren echter het verschil kunnen maken.