Perscommuniqué - De opkomst van de deeleconomie

De snelle technologische ontwikkelingen hebben een impact op de economie en veranderen onze manier van consumeren op ingrijpende wijze. Naast de forse groei van de e-commerce, waarbij de elektronische kanalen een volwaardig onderdeel van de distributieketen zijn geworden, werd de laatste jaren immers een sterke toename opgetekend van digitale platforms die, in essentie, particulieren onderling met elkaar verbinden en hun de kans bieden om onderbenutte goederen of activa te delen, zonder eigendomsoverdracht, en om diensten uit te wisselen. Dit fenomeen, vervat in de zogeheten deeleconomie, vormt het centrale thema van dit artikel.

Die ‘nieuwe economie’ heeft immers zodanig aan belang gewonnen dat ze een ware bron van economisch potentieel en economische kansen is geworden, waardoor ze nader onderzoek verdient. Het artikel definieert eerst wat deze deeleconomie inhoudt, maar maakt het ook mogelijk om de opkomst ervan te begrijpen, die werd ondersteund door de gelijktijdige ontwikkeling van verscheidene tendensen, met name de digitalisering, de verstedelijking van onze samenleving, aspecten van waarden en ecoburgerschap, maar ook meer financiële overwegingen.

Dit artikel toont ook aan dat de activiteiten van de deeleconomie zich hebben uitgebreid naar talrijke bedrijfstakken, met name naar het vervoer en de accommodatie. Hoewel de deeleconomie snel is gegroeid en dat naar verwachting verder zal doen, lijkt het erop dat ze voorlopig slechts een uiterst beperkt aandeel heeft in de totale toegevoegde waarde op macro-economisch niveau en in de werkgelegenheid.

Dat geldt zeker voor België, waar, volgens enquêtegegevens, de deeleconomie zich iets trager ontwikkelt dan in de buurlanden en, gemiddeld genomen, in de Europese Unie. Hoewel de participatiegraad van de Belgen in de deeleconomie en de ontwikkeling van activiteiten die ermee verband houden, in dit stadium, beperkt blijven, lijken de perspectieven en het groeipotentieel ervan aanzienlijk. Zo toont dit artikel aan dat die nieuwe vorm van economie aan bekendheid wint, dat de gebruikers relatief jong zijn en dat, onder de talrijke ondervraagde personen, velen verwachten op een of andere manier meer te zullen deelnemen aan de deeleconomie in de komende jaren.

Dat vooruitzicht doet de vraag rijzen of die activiteiten moeten worden opgenomen in de huidige officiële statistieken, die met name dienen als input voor de economische analyse en de besluitvorming. In dat verband blijkt dat de traditionele methoden van gegevensverzameling moeten worden verfijnd, en dat daarbij nieuwe technieken moeten worden overwogen, om de volledige omvang van de deeleconomie beter in kaart te kunnen brengen, zowel wat het bbp, de andere componenten in de nationale rekeningen, als de prijsindices betreft.

De opkomst van de deeleconomie vormt ook een aanzienlijke uitdaging voor de overheid. Het is immers van belang om te weten in welke mate het huidige regelgevend kader moet worden aangepast of de toepassing ervan moet worden verstrengd. Dat geldt zowel voor de fiscaliteit, waarvoor recent een specifiek kader werd ingevoerd in België, maar ook, bijvoorbeeld, voor de bescherming van de werknemers en de consumenten die in die nieuwe activiteitenmodellen actief zijn. Algemeen beschouwd moeten de bevoegde overheidsinstanties een passend evenwicht vinden tussen twee doelstellingen. Enerzijds moet oneerlijke concurrentie worden vermeden door, bij voorkeur, zowel de zogeheten traditionele ondernemingen als de initiatieven die verband houden met de deeleconomie die in dezelfde bedrijfstak actief zijn, aan dezelfde regels te onderwerpen. Anderzijds moet worden voorkomen dat de dynamiek van die nieuwe vorm van economie wordt afgeremd door overregulering. De snelle ontwikkeling van nieuwe actoren binnen de deeleconomie kan, in bepaalde bedrijfstakken, er immers op wijzen dat de ‘traditionele’ ondernemingen aan te veel regulering zijn onderworpen. De economische literatuur onderstreept in dat verband het potentiële voordeel van een (gedeeltelijke) zelfregulering. In het laatste deel van dit artikel wordt ingegaan op die verschillende uitdagingen.