Perscommuniqué - De economische gevolgen van de instroom van vluchtelingen in België

Artikel gepubliceerd in het Economisch tijdschrift van Juni 2016

De internationale immigratie verklaart sinds lang een groot gedeelte van de bevolkingstoename in België. Historisch beschouwd zijn de asielaanvragen pas vanaf 1990 een belangrijk verschijnsel geworden. Tevoren was de toestroom van buitenlanders voornamelijk toe te schrijven aan economische migratie (vraag naar arbeidskrachten voor de steenkoolindustrie na de Tweede Wereldoorlog) en later, omstreeks het einde van de jaren zeventig, aan gezinshereniging.

Hoewel het sterk gemediatiseerd is, ligt het in 2015 geregistreerde aantal asielaanvragen, namelijk ongeveer 44 800, nochtans maar zeer licht boven het peil van de jaren 2000 (respectievelijk 35 800 en 42 700 aanvragen in 1999 en 2000). Sinds begin 2016 lopen de aanvragen zelfs duidelijk terug. Niettemin blijkt het statuut van vluchteling vaker te worden erkend. De erkenningsgraad is gestegen van 30 % gemiddeld tijdens de laatste vier jaar tot 61 % in 2015. De asielzoekers die momenteel in België aankomen, zijn hoofdzakelijk jonge mannen die blijkbaar beter opgeleid zijn dan de vluchtelingen van de vorige golven. Hun scholingsniveau blijft evenwel lager dan dat van de Belgen en de aan hun diploma's verbonden vaardigheden stemmen niet altijd overeen met de verwachtingen in België.

De huidige vluchtelingencrisis doet zich niet alleen in ons land voor, maar strekt zich uit over heel Europa en de landen rond de Middellandse Zee. Binnen de EU is het aantal asielaanvragen sinds mei 2015 onophoudelijk gestegen, tot een totaal van 1 321 000 over het hele jaar. De aanvragen in België maken 3,4 % van het EU-totaal uit en stemmen overeen met meer dan 4 asielzoekers per 1 000 inwoners. In deze statistieken neemt België de achtste plaats in. De eerste gastlanden zijn in absolute cijfers Duitsland en Hongarije (respectievelijk 36 en 13 % van het totale aantal aanvragen) en in asielzoekers per inwoner Hongarije, Zweden en Oostenrijk (respectievelijk 18, 17 en 10 asielzoekers voor 1 000 inwoners).

Op basis van een aantal hypothesen, die gedetailleerd worden in het artikel, werd de impact van die crisis op de groei, de overheidsfinanciën en de arbeidsmarkt in België beoordeeld voor de periode 2015-2020 aan de hand van het econometrisch model Noname.

De macro-economische impact blijkt beperkt tot een gecumuleerd effect op het bbp van +0,17 %. Terwijl dat groeisurplus aanvankelijk vooral toe te schrijven is aan de overheidsbestedingen, wordt hun plaats langzamerhand ingenomen door de particuliere consumptie, die toeneemt dankzij de extra beschikbare inkomens. Het primair saldo van de overheidsfinanciën bereikt aan het einde van de periode opnieuw een evenwicht, onder meer omdat een steeds groter aantal vluchtelingen aan het werk is en er dus extra ontvangsten worden geïnd via de directe en indirecte belastingen en de sociale bijdragen. Deze ramingen stroken met die van andere instellingen, zoals de Europese Commissie, het Internationaal Monetair Fonds en de OESO.

Het effect op de groei en de overheidsfinanciën hangt voornamelijk af van de inschakeling van de vluchtelingen op de arbeidsmarkt. Overal in Europa, en met name in België, hebben immigranten evenwel lagere slaagkansen op de markt dan de autochtone bevolking. Hun werkgelegenheidsgraad blijft zeer sterk achter, namelijk met 28 procentpunt voor de niet-Europese immigranten in 2014. Immigranten oefenen ook vaker laaggekwalificeerde banen met tijdelijke arbeidsovereenkomsten uit, waarvoor ze meer dan de autochtonen te hoog opgeleid zijn. Om die problematiek op te lossen en zowel hun sociale integratie als hun beroepsinschakeling te verbeteren, werd in de drie gewesten van het land een integratietraject uitgestippeld. Dit traject omvat een beoordeling van de vaardigheden en kwalificaties, een taal- en burgerschapsopleiding en een sociaalprofessionele oriëntering. Vanaf september 2015 werd voor de asielzoekers de wachttijd om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt, ingekort tot 4 maanden in plaats van 6 voorheen.

De huidige vluchtelingengolf blijft momenteel vergelijkbaar met bepaalde stromen in het verleden en vertegenwoordigt slechts een klein gedeelte van de migratiestroom die België elk jaar ontvangt. Om profijt te trekken van alle voordelen die deze asielzoekers kunnen opleveren, moet in de eerste plaats werk gemaakt worden van hun inschakeling op de arbeidsmarkt. Er zijn verschillende mogelijkheden om deze te verbeteren: erkenning van de vaardigheden die verbonden zijn aan het in het land van herkomst behaalde diploma, grondige taal- en beroepsopleidingen die aangepast zijn aan het scholingsniveau, spreiding over het grondgebied op basis van de door de lokale arbeidsmarkten gezochte competenties, indienstneming van personen met een niet-Europese nationaliteit door de overheid en bestrijding van sociale dumping en van elke vorm van discriminatie.