Nationale Bank van België publiceert eerste uitgebreide analyse over het gebruik van afgeleide producten door Belgische financiële instellingen

Brussel, 7 mei 2018 – De Nationale Bank van België (NBB) heeft het gebruik van afgeleide producten door de Belgische financiële instellingen uitgebreid geanalyseerd. In haar verslag, dat werd opgesteld op verzoek van de minister van Financiën, bespreekt de NBB de veranderingen in het regelgevend kader, analyseert ze de tendensen in de derivatenactiviteiten en belicht ze enkele aandachtspunten voor het beleid. 

Afgeleide producten zijn veel gebruikte financiële contracten waarvan de betalingsstromen en de waarderingen afhangen van bepaalde onderliggende activa of variabelen, bijvoorbeeld grondstoffen, een aandelenindex, rentevoeten, enz. De derivatenactiviteiten van financiële instellingen en de risico's die ermee gepaard gaan zijn vaak complex en omvatten veel dimensies. Als reactie op de belangrijke rol die afgeleide producten hadden gespeeld in de financiële crisis, maakten de G20-leiders in 2009 hun voornemen bekend om het regelgevend kader voor de derivatenmarkten fundamenteel te hervormen.

Het verslag van de NBB over de afgeleide producten werd opgesteld op verzoek van minister van Financiën Johan Van Overtveldt, die daarmee inging op de aanbeveling van de High Level Expert Group over de toekomst van de Belgische financiële sector, om de NBB een analyse te laten uitvoeren van afgeleide producten in het Belgische financiële stelsel en de daaraan verbonden potentiële systeemrisico's. Het is voor het eerst dat een dergelijke studie wordt uitgevoerd. Het rapport van de NBB schetst in eerste instantie de veranderingen betreffende afgeleide producten in het regelgevend kader voor banken en verzekeringsondernemingen sinds de crisis. Daarna volgt een analyse van de tendensen van de derivatenactiviteiten in de Belgische banken en verzekeringsondernemingen. Tot slot worden enkele aandachtspunten voor het beleid geformuleerd. Het rapport kan hier worden gelezen:
https://www.nbb.be/doc/ts/publications/other/20180507_report_derivatives....

Aandachtspunten en beleidsaangelegenheden

Een van de in het rapport geformuleerde aandachtspunten betreft de na de crisis ingevoerde verplichting om de gestandaardiseerde afgeleide producten centraal te verrekenen, wat een van de doelstellingen was van de G20-hervormingen. Hoewel deze verplichting ertoe heeft bijgedragen dat de risico's tussen afzonderlijke instellingen aanzienlijk zijn afgenomen, heeft ze er ook toe geleid dat centrale tegenpartijen systeemrelevante financiële instellingen geworden zijn. Deze ontwikkeling heeft nieuwe potentiële systeemrisico’s doen ontstaan, die nauwlettend in de gaten moeten worden gehouden.

Eveneens in dit verband werden, na de voltooiing van het NBB-rapport, in februari 2018 de resultaten gepubliceerd van de tweede EU-brede stresstests van centrale tegenpartijen door de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten. Hoewel de resultaten van deze stresstests aangeven dat het stelsel van centrale tegenpartijen in de EU momenteel bestand is tegen wanbetalingen van meerdere tegenpartijen en tegen extreme marktschokken, blijft waakzaamheid geboden, gelet op de steeds grotere rol van de centrale tegenpartijen in het financiële stelsel van de EU.

Een ander beleidsaspect dat door de analyse van de NBB wordt belicht, is dat het senior management van de financiële instellingen mogelijk niet altijd een volledig beeld heeft van het gebruik van afgeleide producten in hun instellingen en van de nieuwe risico’s die deze transacties met zich meebrengen. Het senior management dient te beschikken over een passend governancekader om zich een algemeen beeld te kunnen vormen van de oorsprong van de posities in afgeleide producten en om de daaraan verbonden risico’s te beoordelen.

Op het vlak van de regelgeving belemmeren problemen in verband met de gegevenskwaliteit het vermogen van de autoriteiten om de risico’s in verband met afgeleide producten volledig te analyseren en te beoordelen. Er is aanzienlijke ruimte voor internationale samenwerking tussen de autoriteiten met het oog op de ontwikkeling van de nodige IT-structuren en de uitwisseling van gegevens en expertise, teneinde een beter inzicht te verwerven in de onderlinge verwevenheid en de systeemrisico’s, zoals bedoeld in de rapportagevereisten inzake derivaten die zijn opgenomen in de Europese regelgeving. 

Minister van Financiën Johan Van Overtveldt over het rapport: “Dit is de eerste uitgebreide beoordeling van de mogelijke risico’s en problemen in verband met afgeleide producten in de Belgische financiële sector. Het is van belang dat de nationale en internationale belanghebbenden zich blijven inzetten voor een beter begrip van de problemen dit verband.”

Jan Smets, Gouverneur van de Nationale Bank van België, verklaart: “De NBB zal haar inspanningen op nationaal en internationaal vlak voortzetten om de potentiële risico’s met betrekking tot afgeleide producten op te volgen en de in het verslag belichte problemen aan te pakken.”