Loondifferentiatie in belgië: welke rol is er weggelegd voor de productiviteit?

Artikel gepubliceerd in het Economisch tijdschrift van 2022

Ondanks dat België lid is van de Economische en Monetaire Unie, besloot het zijn systeem van automatische loonindexering te behouden. Om te vermijden dat een stijging van de inflatie zich systematisch vertaalt in een verslechtering van het concurrentievermogen van de ondernemingen, worden de loononderhandelingen duidelijk omkaderd.

Blijft er, met dit zeer gecentraliseerd onderhandelingssysteem, voldoende ruimte voor loondifferentiatie? Worden de kenmerken van de  werknemers goed weerspiegeld in hun lonen? Voor een economist kunnen loonverschillen onder andere gerechtvaardigd zijn als ze overeenstemmen met productiviteitsverschillen. In deze studie onderzoeken we een dataset die  gegevens van werknemers en werkgevers matcht om op het niveau van de onderneming de effecten van de verschillende werknemerskenmerken op de loonmassa en op de productiviteit te belichten. We kunnen zo beter beoordelen of het niveau van de lonen passend is.

Volgens onze analyse blijven de verschillen in de afstemming tussen de loonkosten en de productiviteit vrij beperkt. Ze zijn echter aanzienlijker voor het scholingsniveau, aangezien de hoogstgeschoolde werknemers vanuit het oogpunt van de onderneming een gunstiger verhouding tussen loonkost en productiviteit hebben, terwijl de kortgeschoolden of de laagst gekwalificeerden daarentegen wellicht moeilijker inzetbaar zijn.

Internationale instellingen bevelen vaak aan om rekening te houden met de productiviteit bij de loonvorming, maar de praktische uitwerking ervan blijft moeilijk. De studie toont aan dat de loononderhandelingen in België het voor de ondernemingen/sectoren mogelijk maken om tot loonkosten te komen die eigenlijk vrij goed zijn afgestemd op de productiviteit. Het is op een gedetailleerder niveau, zoals binnen sectoren of voor bepaalde scholingsniveaus, dat er verschillen optreden.