Kredietvoorwaarden voor ondernemingen tijdens de COVID-19-crisis in België

De coronapandemie had een ongekende impact op de Belgische economie en trof bedrijven en economische sectoren op een heterogene manier. Gezien het belang van bancaire kredietverlening in de Belgische economie, is het belangrijk te onderzoeken hoe de kredietvoorwaarden voor ondernemingen zich ontwikkelden tijdens de pandemie.

De studie stelt aan de hand van kwalitatieve enquêtes een gepercipieerde aanscherping van de kredietvoorwaarden vast, voert vervolgens een kwantitatieve analyse uit van de kredietvoorwaarden van nieuwe kredietovereenkomsten en onderzoekt de heterogeniteit naar ondernemingsgrootte en economische activiteit. Over het geheel genomen blijkt dat bepaalde kredietvoorwaarden tijdens de pandemie vrij kortstondig werden aangescherpt: ten opzichte van de periode vóór de pandemie zijn de rentetarieven en onderpandvereisten voor kmo's sterker gestegen dan voor grote ondernemingen tijdens de pandemie. In vergelijking met bedrijven in de minst getroffen sectoren, zagen bedrijven in de zwaarst getroffen sectoren hun geleende bedragen sterker dalen en hun onderpandvereisten sterker stijgen.

Tot slot steunt de analyse op enquêtegegevens om een beter inzicht te krijgen in de bepalende vraag- en aanbodfactoren voor de waargenomen signalen van een tijdelijke aanscherping van de kredietvoorwaarden. De banken meldden een kortstondige toename van de risicopercepties. Kmo’s gaven te kennen dat de vraag naar bankkrediet was toegenomen, maar tegelijkertijd (i) dat de gepercipieerde beschikbaarheid van bankleningen was verslechterd, (ii) dat het aantal weigeringen van kredietaanvragen was toegenomen, (iii) dat vaker slechts ontoereikende bedragen konden worden geleend of (iv) dat het zelfs werd ontmoedigd om een lening aan te vragen. Deze bevindingen wijzen er samen op dat er tijdens de pandemie sprake was van kredietrantsoenering, die allicht tot een matige aanscherping van de kredietvoorwaarden leidde.

Bovendien toont deze studie de complementariteit van de kwalitatieve en kwantitatieve analyses aan en laat zij zien hoe enquêtes kunnen helpen om de resultaten van een econometrische aanpak beter te begrijpen en patronen aan het licht te brengen die niet in de microgegevens kunnen worden waargenomen.