De Nationale Bank vernam dat het Hof van beroep te Brussel op 1 juni 2011 uitspraak heeft gedaan in het laatste hangende geschil tussen een groep aandeelhouders en de Nationale Bank. Het Hof bevestigt, in een helder en overtuigend gemotiveerd arrest, haar eerdere uitspraak van 30 september 2010 dat de privé-aandeelhouders geen enkel recht kunnen laten gelden op de goudreserves en de gerealiseerde goudmeerwaarden.

Het hoger beroep werd dan ook afgewezen als ongegrond en de appellanten werden veroordeeld tot het betalen van een rechtsplegingsvergoeding van twee maal 30.000 euro (of twee maal 207 euro per aandeel), te betalen aan respectievelijk de Nationale Bank en de Belgische Staat.

Dit arrest sluit de reeks aanhangige geschillen tegen de Nationale Bank en/of de Belgische Staat door twee groepen van aandeelhouders, die een kleine minderheid van de privé-aandeelhouders van de Nationale Bank vertegenwoordigen, af met een achtste overwinning op rij.