Het economische gewicht van instellingen zonder winstoogmerk in België (Uitgave 2013)

Een sector die in België aan belang wint en banen creëert

De Nationale Bank van België (NBB) publiceert, voor rekening van het Instituut voor de nationale rekeningen (INR), een satellietrekening van de instellingen zonder winstoogmerk (IZW's), die een massa gegevens over de sector bevat. Deze studie die gebaseerd is op een set tabellen en grafieken, verstrekt op een aantrekkelijke manier de essentiële informatie welke uit die statistieken kan worden afgeleid. Ze heeft betrekking op de periode 2009-2010.

Een van de nieuwigheden die in de laatste uitgave van de satellietrekening van de IZW's werd ingevoerd is dat ze direct de gegevens verwerkt die vervat zijn in de door de verenigingen bij de Balanscentrale van de NBB neergelegde jaarrekening. Die gegevens worden verrijkt en gecombineerd met andere gegevensbronnen teneinde te komen tot een maximale draagwijdte om de omvang en de kenmerken van de verenigingssector in België te meten.

Daaruit blijkt dat de IZW's een belangrijke speler in het Belgisch economisch landschap zijn. Met een toegevoegde waarde van ruim 5 % bbp in 2010 levert de sector van de IZW's een significante bijdrage aan de welvaartscreatie in de Belgische economie.

De sector van de IZW's drukt nog meer zijn stempel op het gebied van de werkgelegenheid. De IZW's blijken immers actief te zijn in relatief arbeidsintensieve bedrijfstakken, zodat de IZW's met 11,9 % van de totale binnenlandse gesalarieerde werkgelegenheid in 2010 een voor banen aanzienlijke kweekvijver vertegenwoordigden. In termen van dynamiek werd er in het vorige verslag al op gewezen dat de verenigingssector tijdens de periode 2000-2008 al ene systematisch hogere werkgelegenheidsgroei liet optekenen dan de rest van de economie; die tendens werd nog bevestigd in 2010, toen, de werkgelegenheid in de IZW's, ondanks een weinig rooskleurige arbeidsmarkt, met 3,7 % bleef toenemen.

De IZW's zijn actief in diverse bedrijfstakken, voornamelijk in de branches volksgezondheid en maatschappelijke dienstverlening. Tegen de achtergrond van de vergrijzing, zouden die twee terreinen trouwens de stuwende krachten achter de toekomstige groei van de sector van de IZW's in de economie moeten zijn. Hun overwicht is ook een gemeenschappelijk kenmerk voor de drie gewesten van het land. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt eveneens gekenmerkt door kleine IZW's waarvan de activiteit in de sector 'overige diensten' (die de verenigingen welke de verdediging van de belangen van sommige groepen of de bevordering van hun ideeën beogen) relatief belangrijker is dan in Vlaanderen en Wallonië. Al met al is de verenigingssector iets meer ontwikkeld in het Vlaams Gewest.

De studie biedt eveneens een analyse van de structuur van de uitgaven en middelen van de IZW's. Daaruit blijkt dat bezoldigingen een belangrijke uitgavenpost zijn, anders dan de investeringen, wat duidt op de arbeidsintensieve aard van hun activiteiten. In vergelijking met de andere vennootschappen, genieten de IZW's in hoge mate van overheidsfinanciering, met name in de sectoren gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. De financiële lasten van de IZW's, daarentegen, zijn relatief gering, wat erop duidt dat er minder gebruik wordt gemaakt van bankkrediet dan in de andere vennootschappen.