Grondwettelijk Hof bevestigt de winstverdelingsregels van de Nationale Bank

Printversie  (pdf - 78k)

Een wet van 3 april 2009 wijzigde de winstverdelingsregels van de Nationale Bank. Met ingang van boekjaar 2009 wordt het saldo van de jaarlijkse winsten, na het aanleggen van de nodige reserves en de vergoeding van de aandeelhouders, toegekend aan de Staat.

Het Grondwettelijk Hof heeft in zijn arrest van 23 juni 2010 bevestigd dat deze wettelijke regeling in overeenstemming is met de grondwet. Meer bepaald heeft het Hof geoordeeld dat de nieuwe winstverdelingsregels van de Nationale Bank niet onteigenend zijn ten aanzien van de aandeelhouders van de Bank, dat deze regels niet discriminatoir zijn en dat het winstverdelingsmechanisme een juist evenwicht bewaart tussen de belangen van de centrale bank, van haar aandeelhouders en van de Staat.

Door te bevestigen dat de Staat recht heeft op het surplus van de inkomsten van de Bank, na reservering en dividenduitkering, bevestigt het Grondwettelijk Hof, definitief en ten aanzien van iedereen, dat er een fundamenteel onderscheid bestaat tussen de financiële rechten van de aandeelhouders van de Bank, de Staat inbegrepen, enerzijds, en van de soevereine Staat die het emissieprivilege heeft verschaft aan de Bank anderzijds. Het is immers krachtens dit emissieprivilege dat de Bank het gros van haar inkomsten genereert en het is bijgevolg terecht dat het surplus van deze inkomsten terugvloeit naar de Staat, of met andere woorden naar de bevolking in het algemeen.

Volledige tekst van het arrest (pdf - 148k))