Financial Stability Report: Nationale Bank maant banken opnieuw aan tot voorzichtigheid bij toekenning en condities van hypothecaire kredieten

De Belgische financiële sector heeft ook in 2018 robuust gepresteerd, maar er is groeiende bekommernis door de vastgestelde ontwikkelingen op de kredietmarkten, in het bijzonder de markt van het hypothecair krediet, waar de NBB oproept tot meer gezonde en voorzichtige praktijken en een economisch verantwoorde prijszetting. Het aantal risicovolle hypothecaire leningen dient te worden afgebouwd.

Voor het achttiende jaar op rij publiceert de Nationale Bank van België haar Financial Stability Report. Deze publicatie bestaat uit drie grote delen: het Macroprudentieel verslag, dat betrekking heeft op de bevoegdheden en het beleid van de Bank op het vlak van macroprudentieel toezicht, de overview, die een overzicht verschaft van de belangrijkste determinanten van de stabiliteit van het Belgische financiële stelsel, en drie artikels over specifieke macrofinanciële en macroprudentiële onderwerpen, waaronder een artikel betreffende klimaatgerelateerde risico’s.

Het macroprudentieel verslag dat vandaag wordt gepubliceerd, is het vijfde verslag van de Bank in haar hoedanigheid van macroprudentiële autoriteit. Het Macroprudentieel verslag behandelt de belangrijkste risico’s voor de financiële stabiliteit die tijdens het verslagjaar werden geïdentificeerd, evenals hun impact op de Belgische financiële sector. De door de Bank genomen (macro)prudentiële maatregelen komen er eveneens in aan bod.

Cyclische risico’s

De Belgische financiële sector is nog steeds robuust, maar de lagerenteomgeving vormt een grote uitdaging. Hoewel een sterk accommoderend monetair beleid van de ECB gerechtvaardigd is gelet op de huidige macro-economische toestand, vormt het aantrekken van de kredietcyclus in tal van EU-landen, waaronder België, een potentieel risico voor de financiële stabiliteit.

De kredietcyclus in België is sterk versneld, mede als gevolg van de versnelling van de groei van de kredieten aan niet-financiële ondernemingen. De versnelling van de kredietcyclus wordt ook weerspiegeld in de kredietgap – een sleutelindicator voor het opvolgen van cyclische risico's – die nu de drempelwaarde van 2 % bbp overschrijdt. Deze drempelwaarde wordt door het ESRB aanbevolen voor de activering van de contracyclische buffer. De contracyclische buffer wordt proactief en preventief ingesteld om voldoende bijkomende kapitaalbuffers aan te leggen die in geval van een financiële recessie kunnen aangewend worden om mogelijke kredietverliezen op te vangen en zodoende de continuïteit van de financiële bankintermediatie te garanderen. De Bank volgt de kredietontwikkelingen nauwgezet op en staat klaar om de contracyclische buffer te activeren indien het aantrekken van de kredietcyclus bevestigd wordt door de meest recente gegevens. Wel dient terdege rekening gehouden te worden met de huidige economische onzekerheden en risico’s en moet de mogelijke procyclische impact van een dergelijke maatregel vermeden worden. Een eventuele activering van de contracyclische buffer vereist dan ook een nauwgezette opvolging van de risico’s en de mogelijkheid om een dergelijke maatregel onmiddellijk te herroepen in geval van een belangrijke negatieve schok.

Op de vastgoedmarkt blijven Belgische banken – mede gedreven door de lagerenteomgeving en de scherpe concurrentie op hun kernmarkten – hypothecair krediet verstrekken tegen zeer lakse kredietvoorwaarden en dikwijls tegen rentetarieven en -marges die niet stroken met de inherente risico’s en hun kapitaalkosten. Dergelijke ontwikkelingen leiden tot de opbouw van belangrijke kredietportefeuilles met ondermaats rendement, die op termijn een marktconforme structurele winstgevendheid van de banksector hypothekeren en aldus de intermediatiecapaciteit en veerkracht van de sector verzwakken. In die context vraagt de Bank een correcte en risicogebonden prijszetting voor hypothecaire kredieten. Daarnaast is de Bank van mening dat een substantiële vermindering van het aandeel aan risicovolle hypothecaire kredieten en in het bijzonder een afbouw van kredieten met hoge quotiteiten (LTV’s van meer dan 90 %) nodig blijft.

Structurele verandering van de operationele omgeving

Naast die hoofdzakelijk cyclische risico's dient het macroprudentieel beleid ook oog te hebben voor bepaalde veeleer structurele of permanente aandachtspunten.

Het belang van klimaatgerelateerde risico’s – hetzij als gevolg van de directe blootstelling aan de klimaatverandering, hetzij als gevolg van de transitie naar een koolstofarme economie of het daaraan gerelateerd economisch beleid – neemt toe. Een integrale uitvoering van – in eerste instantie – het klimaatakkoord van Parijs vereist omvangrijke extra investeringen en ingrijpende technologische innovaties om die transitie efficiënt te ondersteunen. De financiering van die transitie wordt een belangrijke uitdaging voor de financiële sector, maar brengt ook financiële risico’s mee, waar de sector terdege en tijdig rekening moet mee houden. In die context wordt een nauwgezette opvolging van de mogelijke risico’s die gepaard gaan met een diepgaande transformatie van de economie essentieel. De financiële sector dient bijkomende aandacht te besteden aan de structurele integratie van deze risico’s in het risicobeleid en de risicoanalyse. Daartoe formuleert de Bank aanbevelingen voor de sector in een thematisch artikel van het Financial Stability Report.

Als gevolg van de doorgedreven digitalisering en de toenemende (digitale) verwevenheid van de verschillende sectoren in de economie, neemt het belang van IT- en cyberrisico’s sterk toe. Hoewel dergelijke risico’s in de eerste plaats een impact hebben op de betrokken individuele ondernemingen, verkrijgen ze in de financiële sector een meer systemisch karakter (o.a. door de concentratie op specifieke tegenpartijen of als gevolg van gecorreleerde incidenten) en wordt hun impact op de financiële stabiliteit groter.

Ook al zijn ze geen rechtstreekse prioriteit voor het macroprudentieel toezicht, in die zin dat ze in eerste instantie worden gedekt door de autoriteiten die belast zijn met het microprudentieel toezicht, blijven de risico’s van de brexit en de onzekerheden met betrekking tot het witwassen van geld en de financiering van terrorisme een aandachtspunt.  In extreme gevallen zouden dergelijke risico’s immers een systemische impact kunnen hebben en de financiële stabiliteit in het gedrang kunnen brengen.

De Bank, die optreedt als macroprudentiële autoriteit op Belgisch niveau, zal zowel de cyclische als de meer structurele aspecten op de voet blijven volgen.