Economische projecties voor België – Najaar 2021

Artikel gepubliceerd in het Economisch tijdschrift van December 2021

De Belgische economie vertraagt fors, maar de groei veert vanaf de lente van 2022 weer op

Download het artikel Persbericht

Economische projecties voor België – Najaar 2021

Sinds 2019 wordt de volledige versie van de artikels van het Economisch Tijdschrift in het Engels gepubliceerd, met een digest in het Nederlands en het Frans.

Digest

Volgens de najaarsprognoses van de NBB zou de Belgische economie fors vertragen en op korte termijn nog amper groeien, door aanbodproblemen, stijgende (energie)prijzen en een verslechterende gezondheidssituatie. Naargelang de logistieke en gezondheidsrisico’s matigen, zou de groei tijdelijk weer wat sterker aantrekken vanaf het voorjaar van 2022. De arbeidsmarkt blijft heel robuust: de jobcreatie valt wat terug maar blijft positief. De inflatie is in de afgelopen maanden sterk gestegen onder impuls van de oplopende energiekosten en zal naar verwachting pas eind 2022 weer onder 2 % duiken. De tijdelijk erg hoge prijzen vertalen zich via de indexeringsmechanismen in een sterke toename van de loonkosten. De loonkostengroei bereikt in 2022 een recordpeil, wat de kostenconcurrentiekracht verslechtert. De hogere loonkosten worden wel ten dele opgevangen door afnemende winstmarges van ondernemingen. Samen met de assumpties inzake de afname van de energieprijzen en de geleidelijke normalisatie van de aanvoerketens na de lente van 2022, zou dat moeten toelaten een echte loon-prijsspiraal te vermijden. Het begrotingstekort, ten slotte, blijft ook de komende jaren onhoudbaar hoog, op minstens 4 % bbp bij ongewijzigd beleid. De overheidsschuld bevindt zich op een stijgend traject.

Knelpunten in de mondiale aanvoerketens, oplopende levertermijnen, tekorten aan bepaalde materialen of componenten zoals microchips en prijsstijgingen voor grondstoffen hebben de  wereldeconomie en -handel parten gespeeld in de loop van 2021. Intussen kampen verschillende landen ook met een nieuwe COVID-uitbraak en werd in sommige gevallen weer overgegaan tot ingrijpende gezondheidsmaatregelen.

De Belgische economie is sterk gegroeid in de afgelopen twee kwartalen en daarmee al terug boven het peil van vóór de crisis uitgestegen, maar krijgt nu ook af te rekenen met die tegenwinden. Diverse indicatoren suggereren dat de groei al sinds de zomer aan het afzwakken is en op korte termijn zou de economie amper groeien. De groei zal pas vanaf de lente van 2022 weer wat aantrekken naarmate de aanbodbeperkingen afnemen en de gezondheidssituatie weer verbetert, zoals in deze najaarsprognoses wordt aangenomen. Op wat langere termijn valt het groeiritme weer langzaam terug.

Al met al zou de economische activiteit in 2022 nog met zowat 2,6 % toenemen op jaarbasis, na de stevige groei van ruim 6 % die in 2021 werd opgetekend. Het groeiritme normaliseert verder de komende jaren, tot 2,4 % in 2023 en 1,6 % in 2024. De jaarcijfers worden enigszins vertekend door de zogenaamde overloopeffecten, maar op kwartaalbasis zou de werkelijke groei tegen het einde van de projectieperiode dicht aanleunen bij de potentiële groei.

De gezinsconsumptie liet in het derde kwartaal een erg forse inhaalbeweging zien en bereikte daardoor het niveau van vóór de crisis, weliswaar beduidend later dan de andere bestedingscomponenten. Op de korte termijn wegen de bovenvermelde tegenwinden op de consumptiegroei maar op middellange termijn wordt de gezinsconsumptie de voornaamste groeimotor. Het spaargedrag normaliseert en de robuuste arbeidsmarkt en loonindexering ondersteunen de inkomensgroei de komende jaren. Per capita zou de koopkracht in de periode 2022-2024 met bijna 6 % aangroeien.

De bedrijfsinvesteringen kenden aanvankelijk een stevige groei maar zijn in het derde kwartaal voor het eerst sinds het voorjaar van 2020 weer wat ingekrompen. Dat is volgens onze inschatting evenwel geen ommekeer in de opwaartse trend maar weerspiegelt wellicht de problemen in de aanvoerketens. De bedrijfsinvesteringen zouden op middellange termijn verder blijven groeien, zij het aan een gematigder tempo.

De arbeidsmarkt blijft positief verrassen, met onder meer een netto-jobcreatie van gemiddeld bijna 30 000 mensen per kwartaal sinds de start van 2021, waardoor het pre-crisisniveau van binnenlandse werkgelegenheid al ruimschoots geëvenaard werd. De jobcreatie zou nu wel matigen, in lijn met de vertraging in de economische activiteit en ook omwille van de vrij algemene arbeidsschaarste, zoals blijkt uit het recordpeil voor de vacatureratio. De werkgelegenheid blijft wel groeien en de stopzetting van de steunmaatregelen verhindert niet dat er gemiddeld nog bijna 10 000 arbeidsplaatsen per kwartaal bijkomen over de projectieperiode. De beroepsbevolking neemt wat sneller toe en de werkloosheidsgraad valt terug maar blijft aan het einde van de projectieperiode nog iets hoger dan vóór de crisis.

De inflatie steeg in de afgelopen maanden naar recent nooit geziene niveaus, voornamelijk als gevolg van de onverwacht sterke toename van de energieprijzen. De hoge inflatiecijfers leiden via de indexeringsmechanismen op hun beurt tot forse loonkostenstijgingen. De loonkosten zouden in 2022 met maar liefst 4,5 % toenemen, wat in de recente periode ongezien hoog is. Hoewel de loongroei ook in andere landen na verloop van tijd in bepaalde mate zal worden opgedreven door de hogere inflatie, verslechtert de kostenconcurrentiekracht van de Belgische ondernemingen hier op korte termijn door. Volgens de huidige prognoses zijn de heel hoge inflatiecijfers wel van voorbijgaande aard en wordt er geen langdurige loon-prijsspiraal verwacht. Dat heeft te maken met de aanname dat de externe kostendruk in de loop van 2022 zal matigen (door de veronderstelde geleidelijke normalisatie van de aanvoerketens en de marktverwachtingen van dalende energieprijzen), maar ook met het feit dat de sterke loonkostengroei in belangrijke mate wordt gecompenseerd door dalende winstmarges van ondernemingen. De inflatie zou, vooral ten gevolge van de afnemende energieprijzen, vanaf 2023 zelfs terugvallen tot nog amper boven 1%. Hoewel we de risicobalans voor de inflatieramingen niet eenduidig als opwaarts inschatten, is het uiteraard niet uitgesloten dat de inflatie langer hoog blijft als de externe kostendruk, tegen de huidige verwachtingen in, blijft aanhouden en als de Belgische ondernemingen de gestegen kosten in veel grotere mate dan voorheen doorberekenen in de verkoopprijzen.

Het begrotingstekort verbetert maar blijft hoger dan 4% bbp op het einde van de projectieperiode, wat duidelijk meer is dan in 2019. De overheidsontvangsten, uitgedrukt in % bbp, keren wel terug naar hun niveau van vóór de crisis, maar vooral de lopende uitgaven zijn structureel toegenomen. De overheidsschuld bevindt zich op een stijgend traject.