De groei van de Belgische bedrijvigheid zou in het eerste kwartaal van 2020 afnemen tot 0,2 %

Business Cycle Monitor, maart 2020

De groei van het Belgische bbp zou afnemen van 0,4 % in het laatste kwartaal van 2019 tot 0,2 % in het eerste kwartaal van 2020. Terwijl de bedrijfsinvesteringen en de investeringen in woningen zouden vertragen, zullen de particuliere consumptie en de overheidsconsumptie wellicht veerkrachtig blijven. Het effect van het Covid-19-virus op de economie valt moeilijk te beoordelen, aangezien de meeste beschikbare kortetermijnindicatoren de zeer recente uitbraak in Europa nog niet weerspiegelen. Voor het eerste kwartaal wordt de negatieve invloed op de groei nog als gering beschouwd, maar hij kan groter zijn in het tweede kwartaal, in het bijzonder indien strenge beperkende maatregelen worden genomen of als problemen in de aanbodketen leiden tot onderbrekingen van de productie in de verwerkende nijverheid.

De reële bbp-groei in België bleef in het vierde kwartaal van 2019 stabiel op 0,4 %. Dat is ruimschoots hoger dan de groei in het eurogebied als geheel, die terugliep tot 0,1 %. De groei op jaarbasis werd geschraagd door de positieve bijdragen van de particuliere consumptie en de overheidsconsumptie alsook van de bedrijfsinvesteringen en de investeringen in woningen.

De uitbraak en de recente mondiale verspreiding van het nieuwe coronavirus (Covid-19) kan de economische bedrijvigheid in België mogelijks zeer negatief beïnvloeden, via zowel de aanbod- als de vraagzijde. Die negatieve gevolgen omvatten verstoringen van de mondiale aanbodketens, het reiswezen en het toerisme, een daling van het producenten- en consumentenvertrouwen en, in het bijzonder, de economische impact van eventuele strenge beperkende maatregelen, zoals de sluiting van scholen en bedrijven, het afgelasten van massa-evenementen en quarantainemaatregelen. In deze Business Cycle Monitor wordt evenwel verondersteld dat de Covid‑19‑incidentie nog zal toenemen maar dat er in België tijdens de resterende weken van het kwartaal geen zulke beperkende maatregelen zullen worden genomen.

We verwachten dat de groei van de particuliere consumptie en de overheidsconsumptie in het eerste kwartaal veerkrachtig zal blijven aangezien de enquête-indicatoren en de koopkracht sterk blijven, terwijl de negatieve invloed van de recente Covid-19-ontwikkelingen op de consumptie deels zouden worden gecompenseerd door de toegenomen aankopen om te hamsteren en de forse uitgaven in de gezondheidszorg. Hoewel het ondernemersvertrouwen in het begin van het jaar verder verbeterde, zou de groei van de bedrijfsinvesteringen afzwakken door de onzekerheid omtrent Covid-19 en de slechtere mondiale economische vooruitzichten, de lagere bezettingsgraad van de productiecapaciteit en de stopzetting van de tijdelijke verhoging van de fiscale aftrek met betrekking tot investeringen voor kleine bedrijven en zelfstandigen. De groei van de investeringen in woningen zou eveneens afnemen, nadat de stijging van de vastgoedtransacties tijdens het vierde kwartaal wellicht ten minste deels het gevolg was van de afschaffing van de zogenoemde ‘woonbonus’ in het Vlaams Gewest. Ten slotte zal de bijdrage van de netto-uitvoer aan de bbp-groei naar verwachting opnieuw negatief zijn in het eerste kwartaal, aangezien de recente Covid-19-ontwikkelingen de uitvoergroei vermoedelijk zullen drukken.

Al met al lijkt een raming van 0,2 % voor de groei in het eerste kwartaal het meest plausibel, maar de onzekerheid is groot. De ‘BREL’- en ‘R2D2’-prognosemodellen van de NBB voorspellen een groeivertraging in het eerste kwartaal, tot respectievelijk 0,3 % en 0,2 %, maar de in die prognosemodellen gehanteerde indicatoren weerspiegelen nog niet de zeer recente verspreiding van Covid-19 in Europa. Terwijl bepaalde bedrijfstakken, zoals toeristische activiteiten of ondernemingen die naar China uitvoeren, te kampen hebben met een gedaalde vraag, lijkt de totale invloed van Covid-19 momenteel echter beperkt te blijven, aangezien problemen in de wereldwijde aanbodketens nog niet leiden tot onderbrekingen van de productie in de verwerkende nijverheid. Afhankelijk van de verdere ontwikkelingen, ook op het vlak van de beperkende maatregelen, kan de invloed op de groei evenwel groter zijn.

Ten slotte werd deze Business Cycle Monitor afgerond op 6 maart, d.w.z. voordat de Italiaanse regering in het weekend van 7 en 8 maart verdere en ongeziene quarantainemaatregelen voor een groot deel van de Italiaanse economie aankondigde. Aangezien Italië de zesde belangrijkste handelspartner van België is, die goed is voor bijna 5 % van de totale export, zal dit waarschijnlijk verder wegen op de exportvraag en vergroot dit de neerwaartse risico's voor de groeiraming voor het eerste kwartaal. Belangrijker is dat moet worden benadrukt dat de vooruitzichten voor het tweede kwartaal op dit moment veel slechter zijn.