De groei van de Belgische bedrijvigheid zal naar verwachting vrijwel constant blijven op 0,2 % in het derde kwartaal van 2019

Business Cycle Monitor, september 2019

De Belgische bbp-groei zou op 0,2 % blijven in het derde kwartaal. We verwachten met name dat de vooruitzichten van een toenemende koopkracht de particuliere consumptie zullen ondersteunen maar dat het dalende ondernemersvertrouwen de investeringen en de netto-uitvoer zal drukken. Aangezien uit de nowcasting-modellen van de NBB gemengde signalen blijken, blijft onzekerheid een belangrijke factor en houden de ramingen voor de bbp-groei neerwaartse risico’s in.

In het tweede kwartaal van 2019 nam de Belgische bbp-groei licht af tot 0,2 % (op kwartaalbasis), volgens de meest recente publicatie van het Instituut voor de nationale rekeningen. Dat is hetzelfde groeipercentage als voor het eurogebied als geheel. Uit een uitsplitsing van de huidige gegevens over de vraagcomponenten van het bbp blijkt dat de Belgische groei in het tweede kwartaal van 2019 werd ondersteund door positieve bijdragen van de particuliere consumptie en de overheidsconsumptie, de bedrijfs- en overheidsinvesteringen en de netto-uitvoer. Anderzijds namen de investeringen in woningen af en droegen de voorraadwijzigingen negatief bij aan de groei. Aan de productiezijde was de toename van de toegevoegde waarde volledig toe te schrijven aan de diensten aan ondernemingen, terwijl de output in de verwerkende industrie voor het tweede kwartaal op rij afnam.

Volgens onze vooruitzichten zou de groei van de particuliere consumptie vrijwel stabiel blijven in het derde kwartaal van 2019, aangezien de signalen uit de enquête-indicatoren gemengd zijn, de fundamentals relatief sterk blijven en het aantal registraties van auto’s toenam. De groei van de bedrijfsinvesteringen zou daarentegen afnemen in het derde kwartaal: het ondernemersvertrouwen en de vraagvooruitzichten verslechterden immers verder in de diensten aan ondernemingen en, in het bijzonder, in de verwerkende industrie. Daarentegen wordt wel een opleving van de investeringen in woningen verwacht, aangezien de hypotheektarieven historisch laag zijn, de inkomensvooruitzichten gunstig blijven en de vertrouwensindicatoren in de bouwsector relatief stabiel op een hoog peil bleven. De bijdrage van de netto-uitvoer aan de bbp-groei, tot slot, zal naar verwachting negatief zijn in het derde kwartaal, voornamelijk als gevolg van opnieuw verslechterde indicatoren voor de buitenlandse vraag.

De NBB gebruikt momenteel twee nowcasting-modellen om kortetermijnramingen te maken voor de groei van de bedrijvigheid. De resultaten voor het derde kwartaal van 2019 van deze modellen geven een ongewoon groot verschil te zien. Terwijl de voorspelling van het BREL-model van de NBB is dat de bbp-groei licht kan toenemen tot 0,3 %, is het andere nowcasting-model van de NBB (R2D2) duidelijk meer pessimistisch en wijst het op een inkrimping. Dat laatste model is evenwel bijzonder gevoelig voor ontwikkelingen in de verwerkende nijverheid, die doorgaans indicatoren zijn voor omslagpunten in de  bbp-groei, terwijl de huidige statistieken aangeven dat de teruggang in de verwerkende industrie nog steeds gepaard gaat met een positieve (zij het gematigde) algemene reële bbp-groei. De aanhoudende veerkracht van de dienstensector en de binnenlandse vraag zal naar verwachting ook nog in het derde kwartaal de bbp-groei ondersteunen, ook al zal de Belgische economie, als we verder vooruitkijken, waarschijnlijk verder vaart verliezen en zelfs inkrimpen als de externe omgeving en de situatie in de verwerkende industrie niet verbeteren. Alles welbeschouwd lijkt een groei van 0,2 % de meest plausibele raming voor het derde kwartaal op dit moment, hoewel ze duidelijke neerwaartse risico’s inhoudt.