De Europese Bankautoriteit en de Nationale Bank roepen de financiële instellingen op om hun voorbereiding op de risico’s van de Brexit te intensiveren
De datum van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie nadert met rasse schreden. Er blijft grote onzekerheid over de ratificatie van het scheidingsakkoord en de hypothetische overgangsperiode. Bijgevolg zou het scenario van een wanordelijke Brexit op 30 maart 2019 realiteit kunnen worden.
De Nationale Bank stelt vast dat de meeste Belgische financiële instellingen goede vorderingen hebben gemaakt met de identificatie van de risico’s van de Brexit en met de te nemen corrigerende maatregelen. Tot dusver hebben ze echter hun plannen slechts in beperkte mate geactiveerd. Om de continuïteit van hun activiteiten en de naleving van het financieel regelgevend kader te waarborgen, is het mogelijk dat financiële instellingen een nieuwe vergunning dienen aan te vragen bij de bevoegde nationale autoriteiten, bepaalde clausules van hun overeenkomsten moeten wijzigen of bepaalde activiteiten moeten overdragen. Het is tevens belangrijk dat zij hun cliënten op de hoogte brengen van de mogelijke gevolgen voor hun dienstverlening.
De Europese Bankautoriteit (EBA) heeft onlangs een mededeling gepubliceerd waarin zij de betrokken financiële instellingen eraan herinnert meer inspanningen te leveren voor de communicatie naar hun cliënten toe met betrekking tot de Brexit. Hierin benadrukt de EBA dat het van belang is rekening te houden met haar advies van juni 2018 over de voorbereiding van de financiële instellingen op de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, met name door hun cliënten tijdig in kennis te stellen van de specifieke gevolgen van de uittreding en door verder werk te maken van hun noodplannen.
De publicatie van deze mededeling is beschikbaar op de website van de EBA .
Tal van Belgische financiële instellingen maken gebruik van derivatencontracten voor het indekken van krediet-, rente- of marktrisico’s. Een deel van deze contracten wordt verwerkt door een centrale verrekenkamer (CCP) in het Verenigd Koninkrijk. Om te vermijden dat deze activiteiten en hun verrekening ernstig zouden worden verstoord, zal de Commissie de vergunningen van de Britse CCP’s tijdelijk verlengen met twaalf maanden. Aangezien deze verlenging beperkt is in de tijd, worden instellingen verzocht hun maatregelen voor de geleidelijke overdracht van deze activiteiten aan een in de Europese Unie gevestigde CCP verder te zetten. Daarnaast blijft juridische onzekerheid bestaan over bestaande en toekomstige OTC-derivatencontracten met Britse tegenpartijen die niet worden verrekend door een CCP. Instellingen worden aangemoedigd om deze contracten over te dragen aan een in de EU gevestigde tegenpartij of te verzekeren dat ze beschikken over een vergunning bij de bevoegde nationale autoriteiten.