De economische stromen tussen de Belgische gewesten

Artikel gepubliceerd in het Economisch tijdschrift van December 2019

Het overschrijden van een gewestelijke grens in België: een rem op de mobiliteit van werknemers, kapitaal, goederen en diensten?

Download het artikel Persbericht

Vanaf 2019 wordt de volledige versie van de artikels van het Economisch Tijdschrift in het Engels gepubliceerd, met een digest in het Nederlands en het Frans.

Digest

Wat zijn de hinderpalen voor de mobiliteit van werknemers, kapitaal, goederen en diensten in België? Vormt het overschrijden van een gewestgrens een rem op die economische stromen? Speelt afstand nog een rol in deze tijd van mondialisering?

In België dragen verscheidene factoren bij tot een vlot verkeer. Het land is klein, met binnenlandse afstanden die altijd minder dan 300 km in vogelvlucht bedragen. Het is bovendien dicht bezaaid met vervoersinfrastructuur en het landschap heeft geen enkele natuurlijke hinderpaal. Andere welbekende elementen belemmeren daarentegen de mobiliteit. De verkeersopstoppingen bij het binnenrijden van de stadscentra remmen het verkeer af. Het naast elkaar bestaan van drie landstalen en drie gewesten kan culturele en regelgevende barrières opwerpen.

En tot slot: is België een dorp? Of vormen de drie gewesten drie aparte economieën? In dit artikel wordt een ongeziene verzameling individuele gegevens samengebracht om die vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Hoge kosten ten gevolge van de afstand voor de werknemers

De Belgische arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door grote verschillen tussen de gewesten, met name voor de werkloosheidsgraad. Tegen die achtergrond zou een convergentieproces te verwachten zijn, onder meer in de vorm van een verhoogde mobiliteit van de werknemers. In de praktijk werkt 85 % van de loontrekkenden evenwel in het gewest waar ze wonen. Die vaststelling geldt nog duidelijker op provinciaal vlak: 75 % van de loontrekkenden verlaat de eigen provincie niet om te gaan werken.

 

De meeste loontrekkenden werken in de provincie waar ze wonen

(werkgelegenheid van inwoners per provincie1 en stromen naar de provincie waar ze werken, 2015

Graph 1
Bron: NBB (Steunpunt Werk gegevens).

1 A = abroad (buitenland), Lu = (provincie) Luxembourg, B-W = Brabant Wallon.

 

Tussen de gewesten bestaan er weliswaar verschillen. In Brussel en Wallonië is het aandeel van de intergewestelijke pendelaars (ongeveer 20 % van de totale werkgelegenheid) groter dan in Vlaanderen (12 %). Hier is er sprake van economische noodzaak.

De afstand remt zeer duidelijk de geografische mobiliteit af, maar de weerslag ervan hangt af van de kenmerken van de werknemers. Hooggeschoolden, werknemers uit de private sector en ambtenaren overschrijden vaker de gewestgrenzen om zich naar het werk te begeven dan midden- en laaggeschoolden of arbeiders. De bezoldiging is eveneens belangrijk: het aandeel van de intergewestelijke pendelaars neemt sterk toe met het loon. Ten slotte is de bedrijfstak cruciaal, aangezien intergewestelijke werknemers doorgaans werkzaam zijn bij banken en verzekeringen, in de informaticasector, bij de overheid en in de dienstverlening aan bedrijven. Zowel voor het noorden als het zuiden van het land is Brussel de favoriete werkplek van de intergewestelijke pendelaars. In het hoofdstedelijk gewest is er een grote vraag naar geschoolde arbeidskrachten omdat daar vele administratieve centra en hoofdkantoren van ondernemingen geconcentreerd zijn.

Aangezien de laaggeschoolden het minst mobiel zijn, hangen ze sterker af van lokale kansen op een baan. Tegen die achtergrond is het weinig realistisch te denken dat een betere mobiliteit van de werknemers op zich de gewestelijke verschillen kan tenietdoen.

Weinig financiële banden, maar ze zijn wel belangrijk

Voor het kapitaalverkeer geldt een opvallende vaststelling. In Vlaanderen en Wallonië bezit slechts 1 tot 2 % van de bedrijven financiële participaties of vestigingen in een ander gewest. Het percentage ligt hoger in Brussel (6 %); de hoofdstad heeft als bijzonder kenmerk dat op haar grondgebied vele bedrijfszetels zijn gevestigd.

Wat valt er te zeggen over de 600 bedrijven die over vestigingen in de drie gewesten beschikken? Hoewel hun aantal gering is in vergelijking met de meer dan 300 000 bedrijven die België telt, zijn het daarentegen grote ondernemingen met gemiddeld meer dan 800 werknemers. Ze zijn stevig verankerd in België, aangezien maar een vierde van die bedrijven buitenlandse directe investeringen laat optekenen. Ze zijn actief in verschillende bedrijfstakken, met name in de uitzendarbeid, de grootdistributie, de banken, post- en vervoerdiensten, enz.

 

Multiregionale bedrijvengroepen hebben een groot aantal werknemers in dienst

(verdeling van de gesalarieerde werkgelegenheid in de private sector, 2015)

Bron: NBB.

Hoewel het kapitaalverkeer tussen de gewesten ten slotte uitgaat van een gering aantal bedrijven, vertegenwoordigen deze een zeer aanzienlijk werkgelegenheidsvolume. Zowel in Vlaanderen als in Wallonië is meer dan een derde van de werknemers van de private sector werkzaam in bi- of triregionale groepen. Die verhouding ligt nog hoger in Brussel.

Het goederen- en dienstenverkeer tussen de gewesten is aanzienlijk

Om de omvang van de verkopen van een gewest aan de beide andere gewesten te beoordelen, is het interessant ze te vergelijken met de verkopen aan het buitenland, dat wil zeggen met de uitvoer van goederen en diensten (ongerekend wederuitvoer). Concreet bedragen de verkopen van in Vlaanderen gevestigde ondernemingen aan Brussel en Wallonië 29 % van de totale verkopen buiten het gewest. Ter vergelijking: Duitsland neemt 10 % voor zijn rekening, Nederland en Frankrijk 9 %. De intergewestelijke markt is nog belangrijker voor de Waalse ondernemingen, met 44 %, tegen 13 % voor Frankrijk, 8 % voor Duitsland en 4 % voor Nederland. Voor Brussel heeft de intergewestelijke markt het grootste aandeel, namelijk 57 %, tegen 7 % voor de Verenigde Staten, 6 % voor Frankrijk en 5 % voor Nederland.

 

Het handelsverkeer tussen de gewesten vormt de kern van het productienetwerk van de private sector

(omvang van de verkopen buiten het gewest van de bedrijven van de private sector, 2014)

Bron: NBB.

Twee aanvullende cijfers onderstrepen het belang van de intergewestelijke markt. In de steekproef voert 6 % van de bedrijven goederen of diensten naar het buitenland uit, terwijl het percentage bedrijven die ten minste aan één ander gewest verkopen, 55 % bedraagt. Bij de handel tussen de gewesten zijn dus veel meer ondernemingen betrokken dan bij de internationale handel.

Hoeveel bedragen de kosten van de afstand en van de gewestelijke barrières in België?

Een eerste vaststelling is dat de geografische afstand een rem op de economische stromen blijft. Zelfs in een klein, dichtbevolkt land zonder natuurlijke hinderpaal zoals België, nemen het aantal pendelaars, het aantal financiële participaties en het goederen- en dienstenverkeer sterk af met het aantal af te leggen kilometers. Die daling van het aantal betrekkingen doet zich in elk gewest voor.

 

Een raming van de kosten van de afstand en de gewestelijke barrières

(elasticiteiten, gegevens 2015)

Bron: NBB

Bovenop die kosten van de afstand komt een duidelijke maar niet dominante barrière tussen Vlaanderen en Wallonië. Die barrière is hoger voor de pendelaars, ligt op een tussenniveau voor het kapitaal en de diensten en is lager voor de fabricaten. De bewegingen tussen Brussel en de beide andere gewesten ondervinden daarentegen geen enkel nadeel. Integendeel, het Brussels Gewest oefent op de werknemers of de ondernemingen van andere gewesten een sterke aantrekkingskracht uit, in dusdanige mate dat de aan de afstand verbonden kosten hierdoor deels worden gecompenseerd.