De Belgische economische bedrijvigheid zou tijdens het tweede kwartaal van 2020 met 16 % afnemen

Business Cycle Monitor, juni 2020

De beperkende maatregelen naar aanleiding van COVID‑19 hebben een voor de moderne tijd ongekende economische schok veroorzaakt. Onder invloed van twee weken met beperkende maatregelen was het Belgische reële bbp in het eerste kwartaal van 2020 reeds met 3,6 % afgenomen. Dat is slechts iets beter dan in het eurogebied als geheel, waar de bedrijvigheid met 3,8 % terugliep. De groei in het eerste kwartaal werd enkel ondersteund door positieve bijdragen van de netto-uitvoer en de voorraadopbouw.

De Belgische bbp-groei zou in het tweede kwartaal van 2020 een steile duik nemen.

Betreffende de vraagcomponenten, zal de particuliere consumptie scherp dalen, aangezien de consumptiemogelijkheden gedurende een aantal weken werden beperkt door de inperkingsmaatregelen. Het consumentenvertrouwen ging sterk achteruit, ondanks de tot dusver geringe invloed van de crisis op het inkomen van de huishoudens. De groei van de overheidsconsumptie zou licht positief uitvallen door de extra bestedingen in verband met COVID‑19. De bedrijfsinvesteringen nemen waarschijnlijk nog sterker af: het zeer zwakke producentenvertrouwen weerspiegelt de grote onzekerheid over de mondiale economische vooruitzichten en de financiële spanning waarmee bedrijven kampen. Indicatoren uit enquêtes wijzen er ook op dat bedrijven massaal investeringsplannen uitstellen. De investeringen in woningen zouden eveneens krimpen, nadat de vastgoedtransacties scherp daalden en de bouwnijverheid tijdelijk tot stilstand kwam. Ten slotte zal de bijdrage van de netto-uitvoer tot de bbp-groei in het tweede kwartaal wellicht vrijwel neutraal zijn, aangezien de recente COVID-19-ontwikkelingen zowel de invoer- als de uitvoergroei zouden drukken.

Het ‘BREL’-prognosemodel van de NBB voorspelt een bbp-groei met -2,3 % in het tweede kwartaal, terwijl volgens het ‘R2D2’-model de groei op -2,0 % zal uitkomen. Mechanische prognoses zijn echter niet betrouwbaar in deze bijzonder omstandigheden en overschatten de groei aanzienlijk. Zij moeten worden aangevuld met informatie uit andere bronnen, zoals de specifieke enquêtes die gehouden worden in het kader van de Economic Risk Management Group en met deskundig oordeel. Het moet benadrukt worden dat de onzekerheid rond de ramingen veel groter is dan gewoonlijk.

Enquêtegegevens wijzen op een productieverlies van circa 30 % in de private sector gedurende de lockdownweken en op een maar zeer geleidelijk herstel daarna. Eind mei werd nog steeds een productieverlies van ongeveer 25 % opgetekend. Aangezien er momenteel geen volledige opleving wordt verwacht tegen eind juni (en er wordt aangenomen dat het omzetverlies slechts tot zowat 15 % zal teruglopen), lijkt het steeds waarschijnlijker dat de toegevoegde waarde in de private sector, die meer dan 80 % van de totale toegevoegde waarde van de economie beloopt, in het tweede kwartaal ongeveer 20 % lager zal liggen. De niet-marktoutput zou relatief stabiel blijven.

Al met al wordt de groei tijdens het tweede kwartaal op ongeveer -16 % geraamd.