De Belgische economische bedrijvigheid zou in het vierde kwartaal van 2021 met 0,2 % toenemen

De Belgische economische bedrijvigheid herstelde gezwind. Tegen het einde van het derde kwartaal lag de activiteit boven het peil van vóór de pandemie. Verschillende factoren wegen nu echter op de groei, zoals aanzienlijke verstoringen van de leveringsketen en de sterke energieprijsstijging, die vorig kwartaal reeds de activiteit drukten, maar ook de zeer recente heropflakkering van de COVID-19 pandemie. We verwachten dat de economische activiteit scherp zal vertragen van 2 % groei in het derde kwartaal tot slechts 0,2 % in het vierde.

Volgens de herziene statistieken groeide het reële bbp met 2,0 % in het derde kwartaal. Dit is zelfs beter dan de raming in de vorige Business Cycle Monitor (1,8 %), die overigens perfect overeenstemde met de eerdere flash-raming van het INR. Grotendeels in lijn met onze verwachtingen werd de groei geschraagd door een opleving van de binnenlandse vraag en met name de particuliere consumptie, terwijl de netto-uitvoer de groei afremde. De bedrijfsinvesteringen namen echter onverwacht voor het eerst sinds de lente van 2020 af.

Na bijzonder sterk te zijn opgeveerd in het derde kwartaal, zou de gezinsconsumptie in het vierde kwartaal scherp vertragen onder invloed van het verzwakkend consumentenvertrouwen, de sterke energieprijsstijgingen en de verslechterende gezondheidssituatie.

Ook de algemene indicator van het ondernemersvertrouwen is over zijn hoogtepunt heen, maar deze stabiliseerde de afgelopen maanden op een vrij hoog peil. Niettemin drukten de toegenomen inputprijzen en de knelpunten in de aanvoerketens in het derde kwartaal in zekere mate de bedrijfsinvesteringen. Die afname zou zich in het vierde kwartaal kunnen verderzetten. De investeringen in woningen, daarentegen, zouden verder stijgen, maar aan een gematigder tempo dan de afgelopen kwartalen het geval was.

De overheidsconsumptie zou opnieuw gematigd toenemen. Het verloop van de overheidsinvesteringen is volatieler, onder meer door het leveringsschema van militaire vliegtuigen (waarvan de aankoop het bbp overigens niet of nauwelijks beïnvloedt, aangezien het om invoer gaat) waardoor ook de groei van de overheidsinvesteringen in het laatste kwartaal van 2021 negatief zou kunnen uitvallen. Ondanks het feit dat de uitvoer wat zou kunnen herstellen van de terugval in het derde kwartaal, zou de bijdrage van de netto-uitvoer tot de bbp-groei in het vierde kwartaal naar verwachting opnieuw licht negatief uitvallen.

Het ‘BREL’-nowcastingmodel van de NBB voorspelt een nulgroei op kwartaalbasis in het vierde kwartaal van 2021, terwijl het ‘R2D2’-model wat optimistischer is, met een groeiraming van 0,8 %. De onzekerheid over die nowcastingmodellen is in de huidige omstandigheden buitengewoon groot: de enorme schok van de COVID‑19-crisis vormt een uitdaging voor de raming van de gebruikelijke tijdreeksmodellen. Daarom moeten deze aan modellen ontleende ramingen worden aangevuld met informatie uit andere bronnen en met deskundig oordeel.

Zo moet benadrukt worden dat de economische activiteit waarschijnlijk reeds in de loop van de zomer vertraagde, maar dat het groeicijfer voor het derde kwartaal opwaarts werd beïnvloed door een overloop-effect komende van het tweede kwartaal, toen de beperkende maatregelen geleidelijk werden versoepeld. De groei in het huidige kwartaal zou in principe niet gestuwd worden door een dergelijke overloop-effect.

Al met al gaan we er momenteel, rekening houdend met de recente ontwikkelingen van de pandemie, van uit dat de Belgische economische bedrijvigheid in het vierde kwartaal met slechts 0,2 % zal toenemen.