Belgische ondernemingen en de COVID-19-crisis

De COVID-19-crisis heeft een sterke impact gehad op het bedrijfsleven, als gevolg van de strikte gezondheidsmaatregelen, sterk gewijzigde werkomstandigheden en verplichte opschortingen van bepaalde activiteiten. In dit artikel wordt aangetoond dat de omzetcijfers voor ongeveer drie op de vier bedrijven minder goed waren dan tijdens een normaal jaar, met soms zeer aanzienlijke dalingen. Eén op de vier bedrijven legde tijdens de crisis echter resultaten voor die vergelijkbaar zijn met die van een normaal jaar.

In dit artikel worden de verschillen tussen de bedrijven geïllustreerd aan de hand van negen gestileerde feiten die elk een aspect van de crisis weergeven, zoals het verloop van maand tot maand, de zwaarst getroffen bedrijfstakken, een vergelijking tussen de gewesten en tussen de provincies, en de impact op de werkgelegenheid en op de investeringen.

Er wordt ook een vergelijking gemaakt tussen het verloop van de omzet en dat van de kosten (aankopen van inputs en lonen). Na één jaar crisis bleef 48 % van de bedrijven in het groen, met een gunstiger verloop van de verkoopcijfers dan van de kosten. 36 % belandde daarentegen in de oranje zone, aangezien ze, ondanks een ongunstig verloop van de verkoopcijfers ten opzichte van de kosten, nog steeds een positieve marge behielden. Tot slot werden er voor 16 % van de bedrijven rode cijfers opgetekend, met een sterkere stijging van de kosten en uiteindelijk een negatieve marge.

Op het vlak van economisch beleid was een massale en onvoorwaardelijke steun aan alle bedrijven volledig gerechtvaardigd aan het begin van de crisis, maar vandaag vragen de uiteenlopende situaties om een gerichte steun aan de zwaarst getroffen ondernemingen.