België bevestigt zijn belang als vestigingsplaats in de wereld van het betalingsverkeer: stijging van het aantal vergunde betalingsinstellingen met meer dan 50 % sinds 2015

Vorig jaar waren er in België 26 betalingsinstellingen vergund, in 2015 waren er dit slechts 17, dit betekent dus sinds dan een stijging met 53 %. Dat maakte de NBB bekend bij de publicatie van haar jaarlijks rapport over het toezicht van de financiële marktinfrastructuren, betalingsinstellingen en aanbieders van kritische diensten, dat verder ook een eerste beeld geeft van de impact van COVID-19 op deze instellingen.

België speelt reeds geruime tijd een belangrijke rol als vestigingsplaats voor internationale financiële marktinfrastructuren (FMI’s), die fungeren als kritieke knooppunten in het vlot functioneren van de Belgische en internationale financiële markten en betalingsdiensten zoals SWIFT en Euroclear. Het belang van deze FMI’s neemt steeds maar toe: voor Euroclear Bank en SWIFT zijn het aantal verrichtingen bijvoorbeeld meer dan verdubbeld sinds het financiële crisisjaar 2008. Eén van de prioriteiten in de toezichtsactiviteiten van de Nationale Bank is daarom de veilige en efficiënte afwikkeling van deze geldstromen.

Naast deze gevestigde spelers, stellen we vast dat België ook een belangrijke locatie is voor een nieuwe categorie instellingen die betalingsdiensten aanbieden, de zogenaamde betalingsinstellingen. In 2019 verleende de Nationale Bank vergunningen aan twee instellingen voor elektronisch geld, zeven betalingsinstellingen en één instelling die rekeninginformatiediensten aanbiedt onder de PSD2. De PSD2 introduceert een regelgevend kader voor activiteiten die voorheen grotendeels ongereguleerd waren. Het “open banking” concept van de PSD2 introduceert nieuwe types instellingen waarvoor een vergunning vereist is: betalingsinitiatiedienstaanbieders en rekeninginformatiedienstenaanbieders. Als de klant toelating geeft, krijgen deze nieuwe instellingen toegang tot zijn  betaalrekening bij andere instellingen. Het spreekt voor zich dat voor deze toegang strikte veiligheidsvereisten gelden. Bovenop deze nieuwe types instellingen komen ook de Britse instellingen die een vennootschap in België oprichtten n.a.v. de Brexit.

Verder heeft de Nationale Bank in 2019 aan twee centrale effectenbewaarinstellingen (CSD’s) CSDR-vergunningen verleend, die in de plaats kwamen van de vroegere nationale vergunningen.

COVID-19

De publicatie van het jaarlijks rapport (Financial Market Infrastructures and Payment Services Report) is met een paar maanden uitgesteld, zodat een eerste beeld van de impact van de COVID-19-crisis op de financiële marktinfrastructuren, betalingsinstellingen en aanbieders van kritische diensten kan opgenomen worden.

De impact van de COVID-19-pandemie op deze instellingen was afhankelijk van het type activiteit. De kritieke spelers hadden “business continuity” plannen die rekening hielden met extreme scenario’s zoals een pandemie en waren dus goed voorbereid en schakelden over op thuiswerk. Door de marktvolatiliteit hadden de instellingen die zich bezighouden met clearing, effectenvereffening en -bewaring meer transacties te verwerken. Het volume aan kaartbetalingen in fysieke winkels daalde dan weer sterk tijdens de lockdown, terwijl de kaartbetalingen in de online handel sterk stegen.

We hebben ook al enkele eerste lessen kunnen trekken over de beste aanpak voor financiële marktinfrastructuren – en bij uitbreiding ook andere organisaties – om met een pandemie om te gaan. Aangezien een pandemie niet hetzelfde is als een eenmalig en lokaal incident, maar gedurende een langere periode een ruim gebied kan beslaan, is een specifieke aanpak nodig tijdens de verschillende fases van de pandemie. Daar gaat een thematisch artikel in het rapport dieper op in.