Belg betaalt steeds meer met kaart en klaagt over gebrekkige beschikbaarheid cashautomaten

Het gebruik van cash als betaalmiddel daalde de voorbije 3 jaar in België van 57 % naar 45 %.  Nergens in Europa wordt zo geklaagd over de beschikbaarheid van geldautomaten als in ons land en het aantal klachten nam ook nog eens fel toe. Dat blijkt uit een nieuw grootschalig onderzoek van de Europese Centrale Bank (ECB) over betaalgedrag in de eurozone dat vandaag werd gepubliceerd.

Sinds 2016 peilt de ECB om de drie jaar naar de evolutie van het betaalverkeer in het eurogebied (Study on the Payment Attitudes of Consumers in the Euro area – ‘SPACE’). De SPACE-studie onderzoekt betalingen door particulieren bij fysieke verkooppunten (point of sale – POS),  betalingen tussen particulieren (person-to-person – P2P) en betalingen op afstand (online shoppen, aankopen via telefoon en post, betalingen van rekeningen en periodieke betalingen). Aan de jongste SPACE-bevraging namen 2 975 landgenoten deel, wat toelaat om betrouwbare analyses te maken. In dit persbericht zetten we vooral die Belgische cijfers in de spotlight. Voor de Europese cijfers en trends verwijzen we graag naar het ECB-bericht dat ook vandaag gepubliceerd wordt en dat je hier vindt.

Cash versus kaart

Cash is in Europa nog steeds het meest gebruikte betaalmiddel in verkooppunten (59 % van de verrichtingen) maar het aandeel van bankbiljetten en munten in het betaalverkeer neemt gestaag af (in 2019 was het nog 72 %).  In België wordt nu nog gemiddeld door 45 % van de consumenten cash gebruikt in verkooppunten. In 2019 was dat nog 57 %. Een daling dus met 12 procentpunten in 3 jaar tijd.

Kaartbetalingen zijn in ons land goed voor 48 % van de transacties. België is een van de vier landen in het Eurosysteem waar de kaartbetalingen belangrijker zijn geworden dan cashbetalingen. Ook onlinebetalingen zijn in België aan een opmars bezig. Het aandeel van online in het totale betaalverkeer is volgens de enquête toegenomen van 13 % naar 24 %. Uiteraard is de opmars van e-commerce niet vreemd aan die trend. De ECB merkt op dat de covidlockdown en -beperkingen zeker een impact gehad hebben op de daling van chartale betalingen. Het aantal verkooppunten dat geen bankbiljetten of munten meer aanvaardt, nam in België toe van 2 % in 2019 naar 5 % vandaag.

Contactloos loopt achter in België

Opmerkelijk: ons land hinkt helemaal achterop wat betreft contactloos betalen. Dat was in 2019 al het geval en de situatie is in 2022 niet verbeterd. België staat zelfs helemaal als laatste gerangschikt. Terwijl in de eurozone gemiddeld 62 % van de kaarttransacties contactloos verloopt, is dat in België maar 39 %. Het verschil tussen koploper Cyprus (88 %) en ons land is zeer groot.

Beschikbaarheid cashautomaten een probleem

De Belg blijft het belangrijk vinden om met cash te kunnen betalen. 31 % van de ondervraagden vindt contant betalen belangrijk en 33 % ‘eerder’ belangrijk. Enkel de Oostenrijkers, Duitsers, Cyprioten en Ieren hechten nog meer belang aan de mogelijkheid om chartaal te kunnen betalen. Dat betekent niet dat men cash gebruiksvriendelijk vindt, want amper 19 % verkiest een goedgevulde portefeuille boven een bankkaart.

In de portefeuille van de gemiddelde Belg bevindt zich ’s ochtends gemiddeld 97 euro aan bankbiljetten en munten. Het feit dat er de voorbije jaren in ons land heel wat bankkantoren sloten en veel geldautomaten (‘ATM’s’) verdwenen, leidt duidelijk tot frustratie. Nergens anders in Europa wordt zo geklaagd over het gebrek aan beschikbaarheid van cash als in ons land, of neemt het aantal klagers zo snel toe. Terwijl volgens de EU 46 % procent van de bevolking geen problemen ervaart over cashbeschikbaarheid via ATM’s of bankkantoren en 40 % het eerder gemakkelijk vindt om cash te vinden, wordt die mening niet gedeeld in ons land. 27 % van de Belgen gaf tijdens de enquête-interviews aan dat het moeilijk is om in ons land aan bankbiljetten te geraken. Dat is een stijging met 12 procentpunten. In de rest van het Eurosysteem klaagt gemiddeld maar 9 % van de ondervraagden daarover en was er met uitzondering van Nederland, Luxemburg en Spanje geen noemenswaardige toename van het aantal klachten in vergelijking met de bevraging van 2019.