Wat is de draagwijdte van artikel 4 van de statuten van de Nationale Bank, dat stelt: "Elk aandeel geeft recht op een evenredig en gelijk deel in de eigendom van het maatschappelijk vermogen en in de verdeling van de winsten"?

Artikel 4 van de statuten is een gangbare statutaire clausule die impliceert dat de aandelen gelijke rechten toekennen inzake winstverdeling en verdeling van het maatschappelijk vermogen. Deze clausule bepaalt bijgevolg dat er geen preferente aandelen bestaan die recht geven op een preferent dividend of op een preferent aandeel in het vereffeningssaldo.

Dit doet uiteraard geen afbreuk aan het bijzondere statuut van bepaalde activa (cf. artikel 9bis van de organieke wet) noch aan de specifieke bepalingen van de organieke wet van 22 februari 1998 die sommige componenten van de winst rechtstreeks toewijzen aan de Staat, niet vanwege de aandelen die de Staat aanhoudt, maar vanwege haar hoedanigheid van soevereine overheid die aan de Nationale Bank haar statuut en haar centrale-bankprivileges heeft toegekend (inclusief haar emissierecht) (zie onder meer de artikelen 30, 31 en 32 van de voornoemde organieke wet).