Waarom is de Nationale Bank geen vennootschap zoals de andere?

De Nationale Bank is een atypische vennootschap met een eigen rechtsvorm en met specifieke organen en werkingsregels die haar onderscheiden van de andere naamloze vennootschappen.

Minister Frère-Orban, die in 1850 de Nationale Bank oprichtte in de vorm van een naamloze vennootschap (met een op dat ogenblik volkomen particulier aandeelhouderschap), verklaarde in die tijd in het Parlement : "Wat willen wij bereiken door een Nationale Bank op te richten? Wij willen geen winst bezorgen aan particulieren, geen aandeelhouders verrijken, maar wij richten een Nationale Bank op in het openbaar belang, in het algemeen belang."

De Nationale Bank is op de beurs genoteerd (een eerder zeldzame situatie voor een centrale bank, maar die toch ook bestaat in bijvoorbeeld Griekenland en Zwitserland), maar is toch geen beursgenoteerde vennootschap zoals de andere. In tegenstelling tot de situatie van de andere naamloze vennootschappen, is het de wetgever die de meeste van haar statutaire bepalingen heeft vastgelegd, omdat zij de centrale bank van ons land is : een openbare instelling belast met opdrachten van algemeen belang, die haar zijn toevertrouwd door de Belgische wetgever, en inmiddels tevens door de Europese wetgever.

De huidige rechtsvorm van de Nationale Bank is het resultaat van opeenvolgende wettelijke ingrepen. Telkens de wetgever de voor de Nationale Bank geldende bepalingen aanpaste, streefde hij ernaar het algemeen belang voorop te stellen en de instelling in staat te stellen haar taak als centrale bank in een evoluerende omgeving efficiënt te kunnen blijven vervullen. De meeste particuliere aandeelhouders van de Nationale Bank zijn zich ervan bewust dat ze niet betrokken zijn bij een vennootschap als de andere, en hebben dit over het algemeen goed begrepen. De Nationale Bank van haar kant heeft er steeds op toegezien dat hun investering een behoorlijke opbrengst genereert, met een nagenoeg gegarandeerde koopkracht. Dit is niet het geval voor de overige beursgenoteerde vennootschappen, waarin de aandeelhouders bovendien het risico lopen op een faillissement.

 In een arrest van december 2003 heeft het Arbitragehof - de hoogste constitutionele instantie van ons land - voor zover nodig "het specifieke statuut van de Nationale Bank die, hoewel ze is opgericht in de vorm van een private vennootschap, taken van algemeen belang waarneemt" nog eens herbevestigd.

Zie ook: Waarin verschilt de Nationale Bank van andere naamloze vennootschappen?